Lange tijd genoot Liberiaanse cacao vanwege de inconsistente kwaliteit internationaal een slechte reputatie en bleef het West-Afrikaanse land achter op buurlanden Ivoorkust en Ghana. Met coaching vanuit Nederland heeft Liberia in de afgelopen drie jaar stappen gezet om de lokale cacao op de kaart te zetten.
In 2018 reisde een cacao-expert van het CBI af naar Liberia. Hier bezocht hij een tiental bedrijven, die zouden kunnen profiteren van coaching en praktische hulp bij de cacao-export. Ook Jack Steijn, chocoladeconnaisseur en mede-eigenaar van Chocoa, was erbij. In koffieTcacao 33 deed hij uitgebreid verslag van de trip.
Ruim drie jaar verder spreken we met Anne-Marie Roorda, programmamanager bij het CBI, over de successen die Liberia heeft geboekt, de uitdagingen waar het land tegenaan loopt en de toekomst van de Liberiaanse cacao-industrie.
Cacaoproject Liberia
In 2018 stelde het CBI zichzelf in dit project het ambitieuze doel om zeventien bedrijven in Liberia en Sierra Leone te begeleiden naar een verbetering van de cacaoteelt zelf en alle zakelijke aspecten, zoals marketing, export en het binnenhalen van financiering.
Dat dit doel misschien een beetje té ambitieus was, werd vrij snel duidelijk, zegt Anne-Marie. “Het bleek niet effectief om tien bedrijven tegelijk te coachen. Daarom hebben we in de lijn van de Sustainable Market Transformation strategie besloten de focus te verleggen naar drie frontrunners. Deze stomen we eigenlijk klaar als voorbeeld voor andere MKB-cacaobedrijven in Liberia.”
De drie bedrijven waar het CBI sinds drie jaar nauw mee samenwerkt zijn Atlantic Cocoa Processing & Exporting Company, Liberation Cocoa en Liberia Cocoa Cooperation.
Verwachtingen en tegenslagen
Voor een land met zeer vruchtbare grond en een optimaal klimaat voor cacaoteelt, bleek het toch moeilijker dan verwacht om de sector te ontwikkelen. Liberia heeft historisch gezien niet veel gedaan om de waarde of het volume van de cacao-export te verbeteren. Hierdoor heeft cacao altijd een lage commerciële waarde gehad.
Door veel illegale cross border trade komt de traceerbaarheid en betrouwbaarheid van het product in het gevaar. Liberiaanse cacaobonen worden de grens over gesmokkeld en vanuit andere landen verkocht voor de hoogst mogelijke prijs. De cacao is niet meer traceerbaar en niemand weet op welke plantage hij is verbouwd.
Dit werkt diefstal in de hand. Bovendien kun je daardoor geen garanties geven over de certificering wat betreft organische landbouw of eerlijke arbeid. Ook worden er cacao-variëteiten uit Ivoorkust en Ghana geïntroduceerd in Liberia. Dat is in principe legaal, maar heeft nadelige gevolgen door ziektes die deze variëteiten met zich meebrengen.
Die illegale handel is ook funest voor de inkomsten van de Liberiaanse cacaoboeren, want die zien niks van dat geld terug. De overheid heeft moeite deze export te handhaven. De zwakke institutionele omgeving in Liberia bleek één van de moeilijkste uitdagingen voor het CBI. Politici in het West-Afrikaanse land zijn erg gevoelig voor omkoping doordat de lonen zo laag zijn.
Liberia is één van de minst ontwikkelde landen ter wereld en educatie is slecht, al dan niet afwezig. In de reisreportage in koffieTcacao 43 vertelt Jack ook al over de problematiek door het gebrek aan een infrastructuur, waardoor de export van cacao onderhevig is aan weersomstandigheden.
In het regenseizoen zijn de wegen zo modderig dat het überhaupt niet mogelijk is om te reizen, laat staan cacao te vervoeren. Daarbovenop hielp de pandemie de afgelopen twee jaar niet mee. Hierdoor kon het CBI niet naar Liberia reizen en moest al het contact digitaal verlopen. In een land als Liberia met slechte internet connecties was dat, zacht gezegd, een uitdaging.
Successen
Inmiddels komen er langzaamaan belangrijke veranderingen op gang, vertelt Anne-Marie. “We proberen langzaam maar zeker een track record op te bouwen met de bedrijven die we coachen, zodat geïnteresseerde partijen kunnen zien wat voor prachtige en heerlijke cacao er uit Liberia komt.”
Dit begint zijn vruchten af te werpen. Onafhankelijke bean-to-bar-chocolademakers en importeurs weten de drie Liberiaanse front-runners steeds vaker zelf te vinden. Er werden ook National Organization Committees (NOC) opgezet, die nodig zijn om mee te kunnen doen aan Cocoa of Excellence.
En net voor Chocoa 2021 lanceerde de Liberia Cocao Cooperation hun eerste chocoladereep en in december van dat jaar behaalde de Atlantic Cacao Processing & Exporting Company hun organic certification.
Toekomst
Het CBI zet zich het komende jaar nog volop in op het intensief begeleiden van de drie frontrunners. Samen met Liberia Cocoa Corporation zijn ze bezig het opzetten van een Quality Lab, waar cacaoproducten kwaliteits-assessments van hun cacao kunnen doen.
Op dit moment moeten Liberiaanse cacaoboeren daarvoor naar Ghana. Deze service kan LCC vervolgens ook aanbieden aan andere cacaobedrijven. Aan de hand van deze kwaliteits-assessments kunnen boeren gerichter samples sturen naar importeurs uit Europa. Ook helpt het CBI de overheid om een protocol vastgelegd te krijgen voor de export van organic certified producten.
Op dit moment bestaat dat nog niet, waardoor er bij de haven geen duidelijke richtlijnen worden gevolgd en organic cacao vaak niet als organic aankomt bij de plaats van bestemming. Hierdoor verliest de boer al zijn winst.
Handel, geen hulp
Het CBI ondersteunt bedrijven in ontwikkelingslanden wereldwijd bij het exporteren naar de Europese markt. Dit project richt zich op cacaobedrijven en coöperaties in Liberia en Sierra Leone, en wordt uitgevoerd in samenwerking met het International Trade Centre, andere samenwerkingspartners zoals WHH en een agentschap van de Verenigde Naties en de Wereldhandelsorganisatie.
Lees meer over project Liberia.